Hoe ouder je wordt, hoe vaker je het woordje “nog” te horen krijgt. “Goh, wat zie je er nog goed uit…” De bijzin “voor je leeftijd” wordt net bijtijds ingeslikt.’
Met een groot gevoel voor ironie beschrijft Annemarie Oster hoe het is om als bijna zeventigjarige door het leven te gaan. Wat is er in hemelsnaam met haar lichaam gebeurd (‘de boel zit anders gerangschikt dan voorheen’), met haar idealen, haar vrienden, haar zorgen, haar zonen? Waarom is niets zo ontwrichtend als op visite gaan bij je eigen nageslacht? En hoe houd je stand wanneer je tot geen enkele doelgroep meer behoort?
Dit boek komt voort uit haar Volkskrant-column ‘Mooi geweest’ en bevat vele nieuwe en bewerkte stukken. In een dertigtal langere en korte schetsen kijkt ze met een aanstekelijke verbazing naar haar huidige leven, en schrijft ze over de confrontaties met de wereld en zichzelf.
‘Toen Annemarie Oster bezig was dit boek te schrijven, liet ze mij zo nu en dan een paar hoofdstukken lezen om m’n reacties te horen. Die waren zeer positief.
Annemarie Oster heeft over haar ervaringen als jonge moeder een volstrekt anti-sentimenteel boek geschreven, vol redeloze liefde en vol redeloze drift. Ook vertwijfeling over haar onmacht meer te zijn dan ‘een moeder van niks’ steekt telkens weer de kop op. Maar deze tegenstrijdige en samenhangende emoties worden prachtig in evenwicht gehouden door een ironische humor die Annemarie Oster nooit verlaat.’ (S. Carmiggelt).
Annemarie Oster is bij het schrijven over haar beroemde moeder Ank van der Moer niet alleen op eigen herinneringen afgegaan, ook Mary Dresselhuys, Petra Laseur, Ellen Vogel, Joop Admiraal, Rutger Hauer komen aan het woord om de legendarische actrice te beschrijven.’